De meesten hebben niks misdaan. Het zijn geen criminelen. Geen misdadigers. Niet staatsgevaarlijk. En toch moeten ze al weken een soort van gevangenisregime ondergaan. De coronacrisis is voor niemand een pretje, maar voor de patiënten die op dit moment verblijven in ons/een psychiatrisch ziekenhuis wegen de maatregelen extra zwaar. Al acht weken is er geen bezoek meer toegelaten. Al die tijd mocht niemand naar huis. Avonden en weekends werden dus willens nillens zeeën van zelf in te vullen tijd. Niemand mag het domein van het ziekenhuis verlaten. Dus geen kilometerslange fietstochten of stevige wandelingen langs de Nete. Zelfs niet snel iets aanschaffen bij de lokale supermarkt. Álle afdelingen kregen bovendien een gesloten deur, om het binnen- en buitengaan nauwgezetter op te volgen.
Uiteraard zijn al die nieuwe regels en voorschriften er gekomen uit (voor)zorg. Om mensen te beschermen. Daar heb ik uiteraard alleen maar begrip en waardering voor. Maar die maatregelen werden genomen door mensen die 's avonds wel naar huis gaan, met hun partner in de zetel zitten en even de winkel kunnen binnenlopen om hun lievelingskoekjes, de vertrouwde sigaretten of het gebruikelijke maandverband in te slaan.
Als je niet goed in je vel zit, voelen al die bijkomende inperkingen niet meteen als een deugddoend schouderklopje.
En toch. Sta ik versteld van zoveel veerkracht en adaptatievermogen. De lente is nog nooit zo bewust waargenomen. Er wordt gewandeld, geknutseld, gekaart, gedanst, gemediteerd, geschommeld,... Patiënten laten door familie zakken aardappelen leveren om met de leefgroep zelf friet te bakken. Een strijkplank doet ook dienst als dj-draaitafel. Natafelen krijgt opnieuw betekenis. Therapeuten halen hun meest creatieve werkvormen boven. Familiegesprekken worden via scherm of in open lucht gevoerd. Therapiegroepen worden ontdubbeld. Socio's boksen quizzen in elkaar. Er zijn zoektochten en openluchttentoonstellingen. De heiligenbeelden in de kloostertuin van de zusters worden ontdekt. Zingeving en spiritualiteit staan wat duidelijker op de kaart. (Jihaaa!!)
Af en toe hoor je ook een onverwacht ander geluid. Neem nu Tijs. Die maar wat blij is met dit aparte voorjaar. Want opeens blijkt het niet ongewoon om te moeten terugbuigen op een uiterst beperkt sociaal netwerk. Opeens is het vanzelfsprekend om 's avonds thuis te zitten, en niet in de film, theater- of concertzaal. Opeens zijn er nog mensen die bang zijn om zich in de drukte te wagen. Opeens is niet kunnen gaan werken geen schande. Opeens wordt winkelen ook voor anderen een opgave. Maar Tijs is vooral zo ontzettend blij dat hij tijdens het weekend niet naar huis màg. En dat hij al weken geen bezoek kàn ontvangen. Want daardoor voelt hij de hete adem van zijn familie wat minder. Heeft hij de kans om wat broodnodige ruimte voor zichzelf op te eisen. Wat orde op zaken te stellen. Wat lucht en licht binnen te laten. Te focussen op zijn therapieprogramma. Zich tijdelijk thuis te weten in een leefgroep met lotgenoten. En heel voorzichtig opnieuw aan een toekomst te timmeren.
We zijn de afgelopen weken allemaal een stukje ervaringsdeskundig geworden. De manier waarop deze lockdown onze vrijheden inperkt, is ongezien. Op zo'n moment 'gevangen' zitten in een psychiatrisch ziekenhuis hakt er dubbel zo hard op in. Maar misschien moet je je eens proberen voor te stellen wat het betekent om in die omstandigheden op de koop toe opgesloten te zitten in je eigen hoofd.
Dan is de uitbreiding van je bubbel -wie wel, wie niet- toch eerder een luxeprobleem...
Goedele Miseur
Bron: www.pastoralezorg.be