Tuin van gemis
die al mijn zekerheden
houdt begraven.
Ik loop verloren
In de nacht van mijn gedachten.
Toch laait hartstochtelijk
een brandend diep verlangen.
Dit is het einde niet.
Alsof de 'vreemde' mij doorziet:
zijn stem, mijn naam
en mijn verdriet dat omslaat in extase.
Rabboeni!
Waarom zegt Hij: 'Houd Mij niet vast'?
Hoe kan Hij raden wat ik dromen durf
en heeft Hij weet van vrouwenhanden
die naar balsem geuren?
'Houd Mij niet vast!'
Doe mij verstaan, mijn zielsbeminde,
dat dit de poort is naar volkomen minne,
de ene toegang tot verrijzenis.
Caritas Van Houdt
die al mijn zekerheden
houdt begraven.
Ik loop verloren
In de nacht van mijn gedachten.
Toch laait hartstochtelijk
een brandend diep verlangen.
Dit is het einde niet.
Alsof de 'vreemde' mij doorziet:
zijn stem, mijn naam
en mijn verdriet dat omslaat in extase.
Rabboeni!
Waarom zegt Hij: 'Houd Mij niet vast'?
Hoe kan Hij raden wat ik dromen durf
en heeft Hij weet van vrouwenhanden
die naar balsem geuren?
'Houd Mij niet vast!'
Doe mij verstaan, mijn zielsbeminde,
dat dit de poort is naar volkomen minne,
de ene toegang tot verrijzenis.
Caritas Van Houdt
Maria Magdalena in de tuin, Fra Angelico