AXCENT vzw
7 december 2007
De Overmolen vzw

"Christelijke identiteit en universele solidariteit"

Laat ik vooreerst beginnen met te zeggen dat ik hier vanavond de "Chinese" vrijwilliger ben. Men heeft me wat geduwd om hier vanavond te zitten, want niet-Chinese vrijwilligers staan liever ergens achteraan.

In 't kort wil ik hier vertellen hoe en waarom ik hier in vzw De Overmolen terechtgekomen ben.

Na een leraarsloopbaan van 33 jaren had destijds nog de mogelijkheid te kunnen stoppen op 55 jaar. Ik had mijn werk al die jaren met veel plezier gedaan, steeds met de grootste bekommernis om "de tweede helft van de klas", maar er stonden jonge leerkrachten te trappelen om te mogen beginnen. Ik had geen grote financiële noden en ik wou aan "arbeidsherverdeling" doen. Ik was klaar om in mijn leven een nieuw hoofdstuk te beginnen.

Enkele jaren daarvoor was ik toevallig (of misschien niet toevallig) in de gemeenschap van de Goede Bijstand verzeild geraakt. Daar werd ik getroffen door het "authenticiteitsgehalte" van de evangelische boodschap: het ging niet om theoretische rechtvaardigheid, solidariteit, zorg om de zwakkere ... Geleidelijk ontdekte ik hoe tal van mensen uit de gemeenschap in hun beroepsleven of daarbuiten heel concreet actief waren in een hele waaier van de sociale activiteiten.

Na mijn laatste vakantie was ik bij Het Punt-Steunpunt Vrijwilligerswerk Brussel gaan informeren. Ik dacht mijn pedagogische ervaring nog ten dienste te kunnen stellen en had me opgegeven bij de vzw School na ziekenhuis.

Maar er was geen vraag voor mijn vakgebied. Ik belandde zelf in het ziekenhuis en kwam daar tot de nuchtere vaststelling dat ik absoluut niet onsterfelijk was, dat een gezondheidsaccident gauw gebeurd is, en dat er nog veel te doen bleef ...
In 2001 werd me vanuit de Bijstand, - d.w.z. door Johnny, pastoor en voorzitter van vzw De Overmolen - gevraagd of ik "wat kon helpen" op De Overmolen.
Ik heb niet nagedacht, ik vond het vanzelfsprekend dat ik wat van mijn tijd zou steken in "nuttig" werk. De evangelische theorie kon ook hier toegepast worden. Al heb ik op zes jaar tijd in mijn nieuwe omgeving niet één religieus getint woord horen uitspreken. En zo hoort het ook, want diegenen met wie en voor wie we werken hebben recht op hun eigen identiteit, mening, gevoeligheid, misschien religiositeit.

Ik zit er sindsdien. De Overmolen was toen nog een eenmansbedrijf, maar is stilaan wat uit zijn kleren gegroeid, zoals jullie hebben kunnen zien. Ik voelde me niet geroepen om veldwerk te gaan verrichten, dat liet ik liever over aan degenen die er verstand van hebben. Ik hield me bezig met de randactiviteiten: klusjes, administratieve taken, correspondentie, layout van documenten, enz. ... (de opsomming is niet beperkend).
Ik heb een nieuwe wereld gevonden, gans verschillend van die van pubers en adolescenten: mensen die de hele kleurige waaier van de Brusselse bevolking vertegenwoordigen. Ik heb er mee leren omgaan, ik heb ze leren appreciëren.
Het Frans bezit twee woorden voor "vrijwilliger": volontaire en bénévole. Ik ben het tweede geworden: bene volens, "wel-willend" tegenover dat hele mensengedoe waarmee ik dagelijks mag omgaan.