Op een winteravond klinkt het bitterzoet
Aan het knapperend haardvuur
Verre herinneringen op te halen
Bij mistige klokkenzang.
De krachtige stem van de klok,
Blakend van gezondheid, strooit trouw
Haar frisse religieuze kreet uit
Zoals een soldaat van wacht.
Er is een barst in mijn ziel,
En als ik mijn zang wil uiten in de koude nacht
Verzwakt mijn stem.
En klinkt zij als de reutel van een stervende,
Godvergeten in een zee van ellende
En sterft zij zonder één kik in een laatste inspanning.
Origineel gedicht van Baudelaire
die in 1864 in Brussel verbleef,
maar er een stevige desillusie opliep,
vrij vertaald door Jan Mot.