Bezinning bij de Woorddienst zondag 9 december 2012

Beste mensen

Jaja, een beetje onwennig op een zondag zonder pastoor en bij gebrek aan paarse kazuifel heb ik dan zelf maar een paars adventskleedje aangetrokken. Maar wie weet, krijgen we vandaag misschien een voorproefje van hoe de kerk er in de toekomst zou kunnen uitzien. En dat past wel bij deze tweede zondag van advent. Want, meer dan een tijd van wachten, zou ik de advent een tijd van verwachten noemen. Want een verwachting heeft kracht, leeft, hoopt en creëert in stilte ... Een soort broeden en koppig op het nest blijven zitten, erop vertrouwend dat het de moeite waard is?
Een woord en communiedienst en door toeval ook nog eens een vrouw die van preekbeurt is, gelukkig met mannelijke ondersteuning van Danny. Leidt mij niet in bekoring, om in de aanval of de verdediging te gaan. Maar laat ons gewoon, trouw aan onszelf en deze gemeenschap dit samenzijn vieren.
Danny gaat mee voor en krijgt bij het einde van de viering een zegen van de gemeenschap voor hij deze namiddag naar Senegal vertrekt. Geen toeval dat hij dit jaar het Licht van Kerstmis bij de Afrikaanse teranga, gastvrijheid gaat zoeken. Daar vertelt hij u straks iets meer over.



Als vrouwen in een mannenwereld binnen komen, dan gebeurt het nogal eens dat ze beginnen op te ruimen. Uitzonderingen bevestigen de regel ... En vandaag is het een uitzondering want ik heb met vrouwelijke intuïtie de rationele orde van de lezingen door elkaar gegooid.

De eerste lezing is een stukje uit de brief aan Breivik, geschreven door een zestienjarige jongen die toevallig de schietpartij op het eiland Utoya overleefde. Deze brief is bedoeld als eigentijdse opener, om daarna twee korte stukjes uit het boek Baruch te herkauwen. De lezingen van vandaag getuigen van een diepmenselijke of moet ik zeggen haast bovenmenselijke kracht die niet klein te krijgen is.
Niet in de zin van overwinningseuforie of roes
Neen, een merkwaardige verdoken kracht die mensen weer doet opstaan na de nederlaag, na de bevraging, na de hel ...
Ik noem deze kracht soms scheppingsvonk, met daaraan gekoppeld een onsterfelijk verlangen naar een wereld van vrede en alle goeds. Op dit verlangen wil ik vandaag focussen.

Danny, mag ik u vragen om de tweede adventskaars aan te steken, de kaars van de scheppingsvonk die doet verlangen en hopen

En mag ik u uitnodigen
om dit licht en deze vonk te delen
in de naam van de vader, de zoon en de H geest.

En wij bidden ...
dat wij adventsmensen mogen zijn
stille verwachters
van de kleine goedheid
die geen grote oorlogen kan winnen
maar ook nooit overwonnen wordt.
Amen



Eerste lezing: Uit de brief aan Breivik.
Veel van de vrienden die ik ontmoette op Utoya zijn gedood, en u bent de dader. Door puur toeval hebt u mij niet kunnen vermoorden, ik had geluk. U denkt misschien dat u gewonnen hebt. Weet dat u zult mislukken. U hebt de wereld verenigd, ons wakker geschud en harder aan één zeel laten trekken.
U ziet uzelf als een held, een ridder. U bent geen held. Maar een ding is zeker: u hebt helden gemaakt. Op die warme julidag op Utoya hebt u de grootste helden gemaakt die de wereld ooit heeft gezien. U hebt alle mensen ter wereld verenigd, zwart en wit, mannen en vrouwen, kinderen en volwassenen, rood en blauw, christenen en moslims.
U wou een martelaar zijn, onsterfelijk. U hebt de wereld getoond wat de haat van één persoon kan doen. Maar bedenk hoeveel liefde we kunnen tonen als we allemaal samen zijn. Mensen van wie ik dacht dat ze me haatten, omhelsden mij op straat. Mensen die ik al jaren niet meer gehoord had, schreven me lange brieven over hoeveel het voor hen betekent dat ik het heb overleefd. Wat zegt u daarvan? U wou iets kapotmaken, maar u hebt onze banden versterkt.



Twee fragmenten uit het boek Baruch

Eerste deel uit hoofdstuk 3.
Reflectie: Wat is er met ons gebeurd? Waarom is het weer fout gelopen?

Luister, Israël, naar
wat inzicht is.
Wat is er gebeurd, Israël,
dat je nu in het land van je vijanden leeft,
je oude dag op vreemde bodem slijt
en onrein bent geworden als een dode,
alsof ook jij in het dodenrijk woont?
Je hebt de bron van de wijsheid verlaten.
Als je was gebleven op de weg die God je wees
had je voor altijd in vrede geleefd.
Leer waar inzicht is, waar kracht,
waar begrip is, dat kennis verschaft,
waar leven is, een lang leven,
waar licht is voor de ogen, en vrede.

Tweede deel uit hoofdstuk 5, over troost en zich oprichten.

Richt je op, Jeruzalem, ga staan op de berg,
richt je blik naar het oosten en zie je kinderen,
uit alle windstreken bijeengeroepen door de Heilige,
zich verheugend over Gods trouw.
Te voet gingen ze bij je vandaan, meegevoerd door de vijand,
maar vorstelijk is hun intocht, nu God hen bij je terugbrengt.
Hij gebood elke hoge berg en iedere aloude heuvel
hun hoogte te slechten, en elk ravijn zich te vullen,
opdat de aarde geëffend zou worden
en Israël, door God geleid, met vaste tred kan gaan.



Preek

Beste mensen,

Hebben jullie vroeger ook verstoppertje gespeeld met aanwijzingen van koud en warm? Als wij als kind verstoppertje speelden en we iets of iemand moesten zoeken en we kwamen in de buurt van de vindplaats, dan zei mijn mama: ?warm? en als we weer de verkeerde richting uitgingen dan zei ze ?koud?. Dan was het tijd om ons weer om te keren, van richting te veranderen en de warmte bron weer op te sporen. Kennen jullie dat ook?
Neen, Vrees niet, u mag rustig blijven zitten. Ik heb geen blinddoek mee en we gaan geen verstoppertje spelen vandaag. We gaan het proper en ordentelijk houden (hoewel ik wel een beetje goesting krijg natuurlijk).

Ik vertel dit omdat het eerste stukje uit het boek Baruch gaat over dat godsvolk dat weeral eens de verkeerde richting is uitgelopen en in de duistere koude van de ballingschap terecht is gekomen. Weer terug naar af. Weer verbannen uit eigen land en op de vlucht. Weer dik in de miserie. Hoe is het in godsnaam weer zover kunnen komen, vragen ze zich af?
Hebben we dan niet gehoord dat er werd geroepen: koud, koud?
Hebben we dan niet gezien dat we naar het duister trokken?
Waren we doof, blind en gevoelloos? En wie of wat heeft ons zo verblind en verdoofd?
De verzuchtingen van een volk dat vervreemd is geraakt van hun diepste kern. Op den dool. Hun identiteit kwijtgespeeld.

We krijgen geen moderne analyse met tabelletjes en grafieken zoals wij nu zien opduiken om onze economische en ecologische welvaartscrisis te verklaren. Geen powerpoints met pijltjes die verschijnen en wijzen naar oorzaak en gevolg.
Wel profetische wijsheid geworteld in een joodse traditie en taalspel.

Boeiend is, dat er geen gemakkelijke zondebok wordt gekozen.
Niet die anderen, de vreemden, die de schuld van alles zijn en die het dan maar moeten oplossen. Ook God wordt niet als zondebok naar voor geschoven. Integendeel, er wordt gezocht, diep in eigen wortels en fundamenten.
En ze merken dat ze die ontrouw zijn geweest. Dat ze het wezenlijke, datgene waar het werkelijk om draait, de kostbaarheden waar wij het vaak over hebben, vergeten en verloren zijn.

Misschien hebben we in onze crisis ook enkele profeten nodig die naar de diepe fundamenten zoeken ipv de zwarte piet door te spelen.
Durven we beseffen hoeveel overdaad er staat tegenover hoeveel armoede?
Durven we zien dat we onze aarde leegroven ten koste van de armsten?
Durven wij in onze crisissen, op wereldvlak en op persoonlijk vlak, in onze eigen fundamenten kijken?
Of geven we liever de schuld aan de ander?

En durven is nog maar een begin. Het lost niets op als we daarna moedeloos in de put gaan zitten.
Belangrijk is vooral dat uit de bevraging inzicht en kracht mag groeien. Dat de richting weer duidelijk wordt. De stem die koud of warm roept weer gehoord wordt. Belangrijk is dat er weer een beweging op gang komt. Een beweging die leeft vanuit een verlangen naar een wereld van vrede en alle goeds. Belangrijk is, dat er na het inzicht ook weer uitzicht komt.

Dat uitzicht werd beschreven in het tweede stukje uit het boek Baruch en is geworteld in een diepe verbondsgedachte met die ene God, die hen uit Egypte heeft bevrijd.
Is hij daar weer ... de tussenkomende God uit den hogen die de zee doet opengaan en waar de moderne mens het zo moeilijk mee heeft? Ja.
En toch ... Ik meen ook zo'n diepe verbondsgedachte te lezen in die brief aan Breivik. Middenin die ongenadige wereld van dood en blind geweld durft hij te spreken over die kracht, dat vuur, die kleine goedheid tussen mensen die geen oorlog of schietpartij kan tegenhouden, maar die ook nooit kapot te krijgen is. Een verbond tussen mensen dat oh zo diep menselijk is, en tegelijk ook groter en sterker en dieper is. Niet in woorden te vatten. Heilig, zoals wij vorige zondag met de kinderen in het dankgebed hebben gelezen. Uw naam is niet in letters te vangen.

Een buitenstander zou deze brief aan Breivik niet kunnen en mogen schrijven, denk ik. Het zou op goedkope troost lijken. Niets, zo ergerlijk als een gemakkelijke troost zonder dat iemand vooraf goed naar het verdriet heeft geluisterd. Een klef schouderklopje, (om er van af te zijn) gevolgd door de woorden: 'ah, het zal allemaal wel meevallen.' Dit staat haaks op het verbond en schept geen kracht maar verontwaardiging, ontgoocheling en ontmoediging.

Maar als iemand, als een volk, die middenin die hel heeft gestaan, het weer aandurft,
niet alleen om recht te staan en staande te blijven
maar om weer op weg te gaan en toekomst te maken,
dan worden we stil en warm van binnen.

Het evangelie van vandaag hebben we niet gelezen, maar ik neem het hier toch even op. Lucas laat Johannes de Doper aan het woord: 'Begin een nieuw leven en laat u dopen' ... Johannes kondigt hiermee een tijd van verwachting aan. De Messias komt eraan, oriënteer uw kompas, luister naar de stem, zorg dat je niet de verkeerde richting uitloopt en dat er niet teveel hindernissen op uw pad liggen, ruim op en maak u klaar zodat de goedheid weer onder de mensen kan wonen.

Lucas schrijft dit verhaal als een soort inleiding op zijn evangelie en op het boek handelingen.
En wie af en toe moet schrijven weet dat je de inleiding altijd laatst schrijft en daarmee aangeeft wat er zal gebeuren. Lucas gebruikt daarbij de woorden van jesaja. En die kennen wij ook. Want we zingen ze vaak in het lied: vrede is onze weg.

Laten we dus, met de woorden van Jesaja,
allen samen deze preek afsluiten.
En zingen we, een beetje tegendraads maar met de juiste toon: elke heuvel moet geslecht elke bocht moet recht ...

Amen.